Planarian oogjes

De evolutie van het oog gaat terug naar de tijd toen het leven alleen nog in de zee voorkwam. Het allereerste begin van iets wat op een oog lijkt is te vinden in de huid van primitieve vissen. Kleine putjes in de huid die iets gevoeliger waren voor licht. langzaam werden deze putjes lichtgevoeliger en werden de eerste primitieve ogen.

Bij vissen zitten de ogen aan de zijkant. De ligging aan de zijkant maakt het mogelijk dat er panoramisch vrijwel 360 graden gekeken kan worden. Maar toen de vissen op het droge kwamen begon er een hoofd te ontstaan en schoven de ogen naar voren. Om het verlies aan panorama te kunnen compenseren, moest de nek ontwikkeld worden en kunnen draaien.

Rechtop lopen maakte het meer mogelijk om ver te kunnen zien. Daarnaast kregen we kleur receptoren in het centrale gedeelte van ons oog (macula). De zenuwbanen kruisten over de middenlijn om onze hersenhelften geintegreerd met ons gezichtsvermogen te laten werken. Die kruising is gelegen vlak boven onze hypofyse. Deze wordt door een juist samenwerken van onze ogen extra gestimuleerd.

Bronnen:
Wikipedia
Neil Shubin – Your Inner Fish
Eigen innerlijk zicht